't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

90 Jaar Zuivelfabriek "Rogat" deel 1:
De organisatie en diverse verbouwingen

door J. Slomp

Wanneer we over de historie van Rogat praten is het ondenkbaar daarbij de geschiedenis van de Coöperatieve Fabriek van Melkproducten "Rogat" niet mee te nemen. Daarom hierbij een overzicht van de 90 jaar dat dit bedrijf een onderdeel van de buurtschap is geweest.


Op 21 "junij" 1888 werd de "Acte van oprichting" getekend door 38 leden-aandeelhouders en op 25 september 1888 werd de eerste steen gelegd. Op 21 januari 1889 werd de eerste melk aangeleverd. De boeren moesten zelf, voor 8.00 uur 's morgens, de melk aan de fabriek bezorgen.
In dienst waren 4 personeelsleden te weten 1 directeur, 1 stoker-machinist en 2 medewerkers. Deze mensen verdienden samen f 2.000 per jaar.
In 1896 beschikte de fabriek reeds over 2 stoomketels en een stoomwerktuig (stoommachine) met een nominaal vermogen van 7 PK voor het aandrijven van de werktuigen.


Oorlogsjaren
In de jaren van de eerste wereldoorlog, 1914-1918, stagneerde de gestadige groei van het bedrijf. Vee werd afgeslacht en er was gebrek aan veevoeder. Ten gevolge hiervan liepen de prijzen van melkproducten sterk omhoog. In deze oorlogsjaren trad Rogat ook toe tot de in 1897 opgerichte Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Drenthe.

Kaas en boter
In 1925 werd besloten tot de bouw van een kaasmakerij. Steeds meer boeren kregen problemen met de hoeveelheid ondermelk die ze moesten terugnemen. Ook andere afzetmogelijkheden waren beperkt. Na een lastige verbouwing in 1926 werden een nieuwe kaasbak, een melktank en een karnkneder aangeschaft. Van de totaal 4,7 mln. kg melk werd ruim 2 mln. gebruikt voor de kaasproductie. De 112.000 kg geproduceerde boter bracht gemiddeld f 2,04 per kg op.

Kwaliteitsverbetering
Vanaf 1928 werd veel gedaan aan verbetering van de kwaliteit van de aangevoerde melk. Voor melk van voldoende kwaliteit werd een diploma van zindelijkheid uitgereikt. Het aantal diploma's varieerde van 12 stuks op 200 leden in 1929 tot 125 stuks in 1934 op de 210 leden. Vanaf 1937 is er een systeem van uitbetaling naar kwaliteit ingevoerd (toeslagen en kortingen). In 1931 werd een nieuwe nortonpomp aangeschaft. Ook kwam er een vrachtwagen.

Problemen
Door de (landbouw) crisis, die de gehele wereld teisterde, waren de prijzen voor melkproducten en granen tot ver beneden de kostprijs gedaald. Het bedrijf werd vereenvoudigd, wat ten gevolge had dat een deel van het personeel werd ontslagen. Ook werden drastische loonsverlagingen toegepast. In 1933 ging de gezamenlijke runderhorzelbestrijding niet door. Vele leden vonden de kosten te hoog en vonden het ook niet zinvol omdat rond het gebied Rogat niets aan bestrijding werd gedaan. Wel kon men runderhorzelzalf aan de fabriek verkrijgen.
In 1934 kwam het nieuwe kantoor (aan de achterzijde van de fabriek) gereed.
In 1936 vond een grote keuring van de stoomketel plaats. De ketel werd hiervoor helemaal ontmanteld en zogenaamd afgeperst ter controle op eventuele kleine mankementen. De ketel werd in orde bevonden en weer ingemetseld. In 1937 overleed directeur J. Osinga en tot zijn opvolger werd de heer J. Klaversma benoemd. Voor het vervoer van melk en kaas werd een nieuwe vrachtwagen aangeschaft. In Rogat en omgeving heerste een ernstige mond en klauwzeerepidemie. De leden werden verder opgeroepen om mee te doen aan de TBC-bestrijding onder het rundvee.


Jubileum
Op dinsdag 14 juni 1938 had er een herdenking plaats van het feit dat voor 50 jaar geleden de Coop. Zuivelfabriek Rogat was opgericht. Van de 43 leden bij de oprichting was alleen J.M. Hilligjes 50 jaar lid en leverancier van de vereniging.

Modernisering
In 1938 werden aangeschaft: 1 roestvrijstalen APV platenpasteur met koeler, 2 schuimloze Westfalia centrifuges met een capaciteit van 5000 liter per uur elk, 1 flessenspoelmachine en 1 papketel. De nieuwe apparaten waren voor zover nodig voorzien van aangekoppelde elektromotoren. Het bedrijf werd toen geheel elektrisch gedreven. Er waren 12 melkritten. Kaas, melkpoeder, condens e.d. brachten niet veel op in die dagen. Om de productie hiervan te beperken werd een oproep aan de leden gedaan om aangezuurde ondermelk als veevoer te gebruiken. In die tijd is ook de DOMO (Drentse OnderMelk Organisatie) ontstaan. In 1939 werd druk aan de grote verbouwing doorgewerkt en deze werd in juni 1940 voltooid. Met bemiddeling van de Technische Dienst van de F.N.Z. (Federatie Nederlandse Zuivelbond) te Utrecht werd een vrijwel geheel nieuwe inventaris aangeschaft. Er kwam een geheel nieuw waterleidingnet en een nieuwe elektrische installatie, waardoor alle drijfriemen overbodig werden. Alles werd nu elektrisch aangedreven. Verder werden aangeschaft: 2 geëmailleerde melktanks van elk 18.000 liter en een weikuip van 10.000 liter.

Tweede wereldoorlog
Door het uitbreken van de tweede wereldoorlog werden de overschotproblemen van voorgaande jaren al vrij spoedig tekortproblemen. Er werd distributie van boter, kaas en melk ingevoerd. Aanvoerproblemen ontstonden door het wegvallen van autotransport. Ook ontstond er een productiebeperking door brandstofgebrek. Het bedrijf van Kingma (particulier melkverwerkingsbedrijf) in Meppel werd overgenomen. Rogat kreeg hierdoor een grotere afzet van consumptiemelk in Meppel. Evenals in de eerste wereldoorlog daalde de aanvoer van melk sterk door de in nogal grote getale afslachtingen van rundvee en gebrek aan veevoeders.

Melkverkoop
De fabriek werd lid van de N.C.Z. (Nationale Coöperatieve Zuivel verkoopcentrale). Hierdoor werd de verkoop van boter en kaas via handelaren beëindigd. Alles werd nu rechtstreeks aan de N.C.Z. geleverd. In 1945 werd in totaal f 750.000 aan de veehouders uitbetaald. Ruim 90% van de veehouders was lid van de gezondheidsdienst voor vee in Drenthe. In 1946 werd een tweede vrachtauto aangeschaft. Voor het vervoer van consumptiemelk kwam er een melktransport tank.
De eerste C.A.O. voor de Zuivel trad in 1947 in werking. Zondagsarbeid en arbeid voor 6.00 uur werd extra betaald. Op 24 februari 1949 vertrok directeur J. Klaversma naar de Coop. Zuivelfabriek in Winterswijk. De opvolger was J. Tuinstra, deze was hiervoor directeur van de Coop. Zuivelfabriek te Sexbierum. In 1950 werd een volautomatische vul- en sluitmachine voor flessen aangeschaft. In de oorlogsjaren werd het accent van het boter-en kaasbedrijf verlegd naar de melkinrichting. Reeds voor 1940 hield Rogat zich op zeer bescheiden schaal bezig met de 'zoet-melk' verkoop in Meppel. Naast de firma Jonkman, die reeds vele jaren als melkhandelaar afnemer was van Rogat, was het grootste deel van de melkverkoop in handen van 26 'melkboeren', die de op hun eigen bedrijf gewonnen melk verkochten. Daarnaast had ook het particuliere bedrijf Kingma een deel van de melkverkoop. Door de oorlogsomstandigheden veranderde de hele situatie. Door de verplichte standaardisatie van drinkmelk op 2% vet werden de 'melkboeren' gedwongen voor hun melkverkoop de fabriek in te schakelen.

Na de oorlog
Na de oorlog werd de combinatie veehouder/melkhandelaar verboden en kwam de gehele melkhandel in handen van de fabrieken met loonventers of zelfstandige melkhandelaren. Aanvankelijk waren er 4 zuivelbedrijven bezig melk te verkopen in Meppel, nl. de zuivelfabrieken van Kolderveen, Havelte, Nijeveen en Rogat. Kolderveen en Havelte haakten echter al vrij snel af. Toen in 1962 de fabriek in Nijeveen dicht ging bleef alleen Rogat over. Aan de Dirk Jacobsstraat te Meppel werd een filiaal gebouwd.
In 1951 werden weer diverse vernieuwingen uitgevoerd. Van de 8 mln. kg. aangevoerde melk werd dit jaar geproduceerd: 192.000 kg boter, 155.000 kg volvette kaas, 84.000 kg 40+ kaas, 21.000 kg caseïne, 1.457.000 liter losse melk voor consumptie en 675.000 liter verpakte melk en melkproducten. In 1952 werden vele melkleidingen in de fabriek vervangen door roestvrijstalen leidingen.
In 1954 werd ontvangen 8,66 mln kg melk met een gemiddeld vetgehalte van 3,82 %. De aan de boeren betaalde prijs was 25 cent per kg melk. Vanaf 1956 en de eerstvolgende jaren was het vrij moeilijk voldoende, maar vooral ook geschikt personeel te krijgen.

Aardgas
In 1957 werd er een nieuw ketelhuis gebouwd waarin 2 volledig automatisch gestookte stoomketels werden geplaatst. Aanvankelijk werd dit gedaan op stookolie maar later werd er aardgas gebruikt. Het oude ketelhuis en de kolenopslag werden afgebroken. Op deze plaats kwam een opslagruimte met koeling voor de melk en melkproducten. Van de aangevoerde melk werd 1,9 mln liter doorgeleverd naar de DOMO. In 1958 waren er nogal mutaties onder de, vooral jongere, personeelsleden. Er werd 11 mln kg melk ontvangen met een gemiddeld vetgehalte van 3,93 %. In 1959 gaat 2,3 mln liter melk naar de DOMO. Ook 70% van de geproduceerde wei gaat hier naar toe voor verwerking tot weipoeder.

Boeren onderbetaald
In het jaarverslag van 1960 is een verhaal van directeur Tuinstra opgenomen, waaruit blijkt dat hij van mening is dat de Nederlandse boer niet voldoende deelneemt aan de welvaart. De betaling van zijn product, met name de melk, is niet in verhouding met de uren die hij moet maken. De melkprijs was in dit jaar ongeveer 29 cent per kg melk.

Het laatste jubileum Door onvoorziene omstandigheden werd in 1962 de Zuivelfabriek te Nijeveen gesloten. Kolderveen nam de melk over en Rogat nam de consumptiemelk verkoop in Meppel over. In 1962 werd begonnen met de bouw van het nieuwe (grotere) filiaal aan de Comm. de Vos van Steenwijkstraat te Meppel. De bouw kwam pas 25 april 1963 gereed en werd op 21 juni 1963 (Rogat bestond toen precies 75 jaar) officieel in gebruik genomen. In 1963 werd er uiteraard op feestelijke wijze aandacht besteed aan dit 75 jarig bestaan. De laatste jaren had de verkoop van melk en melkproducten zich uitgebreid tot de gehele Zuidwesthoek van Drenthe en een aangrenzend deel van Overijssel, zoals Balkbrug en Dedemsvaart.

Deze ontwikkeling heeft er toe geleid, dat de melkinrichtingsector een steeds belangrijker onderdeel werd, wat echter ten koste van de kaasbereiding ging.