't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

Een historische wandeling door het Reestdal (deel 2)


door Hendrik Veeningen


In het vorige artikel heb ik u het één en ander verteld over de ontstaansgeschiedenis van de Reest en de ontwikkeling van het Reestdal in de loop der eeuwen. In dit deel wil ik nader ingaan op een aantal bouwwerken in het gebied die een uitermate belangrijke invloed hebben gehad op de ontwikkeling van met name het culturele en sociale leven aan weerszijden van de rivier.
Ik bedoel de verbindingen over en weer en dan speciaal de bruggen die nog in het landschap aanwezig zijn.
Al eerder heb ik verteld dat, hoewel het een grensrivier betreft, men zich daar in de praktijk niet zo bewust van is. De bevolking aan weerszijden van de Reest voelt zich meer tot elkaar aangetrokken dan dat zij zich specifiek Drents dan wel Sallands voelt. Daarom waren en zijn de bruggen heel belangrijk. In vroegere tijden speelden de provinciegrenzen niet zo'n rol en door de tamelijk geïsoleerde ligging van het Reestdal was men op elkaar aangewezen.
In andere delen van het land is dat vaak heel anders. Denk in dit verband maar aan de rivier de Tjonger bij Heerenveen: ten zuiden liggen de Stellingwerven, die qua taal en mentaliteit veeleer Drents zijn, terwijl boven de Tjonger het echte Friesland begint, zeker op taalgebied. Aan weerszijden van de Reest wordt dezelfde taal gesproken en ook in mentaliteit zijn er geen verschillen. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat er veel meer contacten zijn tussen de dorpen IJhorst en de Wijk, dan tussen de Wijk en Koekange; dit ondanks het feit dat laatstgenoemde twee eeuwenlang één gemeente waren.
Natuurlijk speelt hier mee dat IJhorst en de Wijk kerkelijk één gemeente zijn; men trof elkaar op zondag in de kerk.
De Wijkers moesten daarvoor echter vroeger wel een barrière nemen, namelijk de Reest.
Voordat er sprake was van echte bruggen over de Reest, passeerde men de rivier via zogeheten doorwaadbare plaatsen. Dit waren ondiepe plekken, soms geplaveid met keien, die vooral in de zomermaanden, zonder al te veel moeite konden worden gebruikt.
We kunnen ervan uitgaan dat de meeste van deze doorwaadbare plaatsen waren gesitueerd op plekken waar momenteel een brug is.
Een van de doorwaadbare plaatsen waarvoor dit niet geldt, ligt in de Schiphorst bij de boerderij van wijlen Hendrik Kist, waar nu zijn dochter en schoonzoon wonen.
Deze boerderij behoort tot de oudste in de buurt en bekend is dat er vroeger eveneens in dit gebouw een grutterij was gevestigd, die natuurlijk dankzij deze doorwaadbare plaats ook bezocht werd door mensen van de Overijsselse kant.
Ook achter de boerderij Nieuwenhof van Jan Snijder in de Stapel zou een dergelijke plaats geweest zijn, die aansluiting gaf op de nu doodlopende zijweg van de Respersweg aan de Overijsselse kant.
Bruggen waren belangrijk als verbindingsmiddel voor boerenactiviteiten, maar vooral ook ten behoeve van de wekelijkse kerkgang en voor begrafenissen.
Op twee plaatsen in het Reestdal zijn hiervan mooie voorbeelden te zien, namelijk bij de kerken van Oud-Avereest en IJhorst.
Allebei zijn ze gesitueerd op een zandrug aan de Overijsselse kant, maar ze zijn historisch gezien minstens even belangrijk voor de inwoners aan de Drentse kant van de Reest. In Oud-Avereest was de situatie zo dat de inwoners van Den Kaat (Overijssel) eerst de Katingerbrug over moesten om over Drents grondgebied door het Rabbingerveld en de Wildenberg, via het kerkvonder te Oud-Avereest weer terug te keren op Overijssels grondgebied.
Dit kerkvonder is landelijk bekend geworden van de TV- serie Bartje. Hier helpt Bartje zijn vriendinnetje Lammechien, als haar geit weigert de oversteek te maken.
Bij de kerk in IJhorst waren er meer kerkgangers afkomstig van over de Reest dan van de kant waar de kerk staat. (Tussen haakjes: het dorp de Wijk heeft de twijfelachtige eer over geen enkel kerkgebouw te beschikken.)
Van alle verbindingen over de Reest is de brug die de beide dorpen IJhorst en de Wijk verbindt, de belangrijkste.
Aanvankelijk bestond deze brug uit een verhoogd voetvonder van hout, die in het jaar 1822 werd vervangen door een vaste stenen brug. In 1988 werd deze te smalle brug vervangen door een breder exemplaar en in 2006 is de verbinding aangevuld met een houten fiets/voetgangersbrug. In het gebied waren verder nog een aantal voetvonders aanwezig, één ervan is er nog steeds. Hij ligt bij de pastorie van de kerk en vormt de verbinding met een stuk grond aan de overkant van de rivier dat eigendom is van de kerk.
Er wordt wel beweerd dat vroeger ook de kerkgangers gebruik maakten van dit vonder. Ik waag dit evenwel te betwijfelen, gezien het feit dat alle toegangswegen tot de kerk, de zogeheten reewegen (de wegen waarlangs de doden werden vervoerd) richting Reestbrug lopen; denk maar aan de Haalweidigerweg en de Oosterwijkerweg. Ik denk dat het vonder in kwestie diende om de dominee de gelegenheid te geven om het land aan de overkant te bereiken en te bewerken.
Men moet hierbij bedenken dat in vroeger tijden de gage van de predikant niet toereikend was om in zijn onderhoud te voorzien; met wat veehouderij kon hij zijn inkomen aanvullen.Een ander voetvonder lag ter hoogte van Dickninge. Het werd gebruikt door de adel en het personeel van Dickninge en de Havixshorst om op zondag ter kerke te gaan. Het sloot aan de IJhorster kant aan op een zandweg die dwars door de landerijen liep richting kerk. Dit vonder heeft de tand des tijds niet doorstaan en is inmiddels verdwenen, lang stonden er nog resten van in het water. De noodzaak van deze verbinding is natuurlijk door de tijdgeest en door nieuwe vormen van vervoer komen te vervallen. Herstel van het vonder zou trouwens wel een mooie wandelroute kunnen opleveren!
Over een eventuele andere verbinding tussen het klooster Dickninge en de kerk te IJhorst bestond vroeger een hardnekkige legende. Er zou sprake zijn van een onderaardse gang tussen kerk en klooster. Sporen of overblijfselen zijn echter nooit gevonden en zullen mijns inziens ook nooit worden gevonden. Gezien de geologische opbouw van het Reestdal was het immers met de toenmalige techniek onmogelijk om een droge tunnel te graven in het immer drassige veenlandschap. Maar mythen en legenden zijn hardnekkig en vormen altijd een dankbaar onderwerp voor de meest fantastische verhalen, die op visites en aan de stamtafel gretig werden verteld en aangedikt.
We hebben al geconstateerd dat de verbindingen over en weer in het Reestdal een cruciale rol spelen in het leven van het gebied. Bruggen zijn daarbij het belangrijkst; zij zorgen ervoor dat mensen elkaar kunnen bezoeken, goederen en levend vee kunnen worden vervoerd en geïsoleerde gebieden worden ontsloten.
Strategisch waren de bruggen ook van groot belang. Als men de controle over een brug had, kon men de vijand ten tijde van oorlog lang tegenhouden en hem beletten om verder het achterland in te trekken. In dit verband hoeven we slechts te denken aan de film "Een brug te ver", die handelt over de brug bij Arnhem waar zo'n bloedige strijd gestreden is.
Voor de oorlog van 1940-45 dacht het Nederlandse leger er goed aan te doen om de bruggen van onder andere de Reest te barricaderen met grote blokken beton, waarin grote stukken spoorrails waren gegoten. Zelfs het houten landbouwbruggetje achter boerderij 't Ende werd met deze blokken afgegrendeld. De bedoeling was om het oprukkende Duitse leger tegen te houden dan wel af te remmen, maar het effect was nul-komma-nul, de Duitse legertanks schoven ze zo aan de kant. Jaren na de oorlog lagen ze nog als stille getuigen in de sloten aan de Overijsselse kant, wij vonden het als kinderen een prachtig speelobject.
Over alle bruggen over de Reest is wel iets bijzonders te vertellen, maar ik zal me beperken tot die, welke in de voormalige gemeente de Wijk gelegen zijn.
Vanouds is de brug bij Bloemberg, aangelegd als houten brug halverwege de 19e eeuw, in de verbindingsweg Twenthe-Friesland, de belangrijkste. Pal naast deze brug liggen nog steeds de beide landhoofden van de voormalige trambrug, waarover de tram van Meppel naar Balkbrug de provinciegrens overstak.
De brug werd gebouwd in 1910 en de desbetreffende aannemer heeft zich zo op dit karwei verkeken dat hij er aan failliet is gegaan. Hij heeft echter wel goed werk geleverd, want na bijna honderd jaar waren de landhoofden nog goed genoeg om een nieuwe fietsbrug te kunnen dragen. Ruim zestig jaren hebben ze, als stille getuigen van een roemrijk tramverleden, in het landschap gestaan. In mijn jeugd heb ik er menig uurtje zittend op doorgebracht, soms met een vishengel maar ook om gewoon op een mooie zondag wat mijmerend naar het eeuwig stromende water te kijken.
De volgende brug stroomafwaarts richting de Wijk is gelegen voor boerderij 't Ende, thans eigendom van Het Drentse Landschap. Deze brug was aanvankelijk alleen bestemd voor de eigenaren van 't Ende daar dit erf gronden bezat aan weerszijden van de Reest. Later werd het door meerdere boeren gebruikt, als uitvloeisel van een voorwaarde die Jans Bos had gesteld toen hij in de Stapel een smederij zou beginnen: ook de IJhorster boeren moesten gebruik kunnen maken van de brug om zodoende makkelijker bij zijn smederij te komen. Zij werden dan wel geacht om mee te helpen aan het onderhoud en eventueel financieel bij te springen. Het zal duidelijk zijn dat deze situatie regelmatig aanleiding was voor conflicten over de vraag wie welke verantwoordelijkheid had ten aanzien van de brug.
Tegenwoordig is deze brug onderdeel van een wandelroute van Het Drentse Landschap. Deze route keert terug op Drentse grond, via een recent aangelegd vonder achter de boerderij waar wijlen Roelof Rooze geboren is.
Vervolgens bereiken we de Respersbrug achter de voormalige zuivelfabriek Haalweide. Deze brug wordt in oude geschriften beschreven als een ophaalbrug. Die lag enkele meters ten oosten van de huidige betonnen brug.
Het vonder tegenover de pastorie van de kerk te IJhorst heb ik al besproken. Ik voeg er eraan toe dat we hier te maken hebben met een van de mooiste stukjes landschap die het Reestdal kent. Bij gelegenheid moet u eens gaan staan op het pad van de pastorie naar de kerk, ter hoogte van de Engelse oorlogsgraven. Kijk dan naar de Drentse kant en u zult een prachtig panorama bewonderen. Het vonder hier werd destijds ook veel gebruikt om trouwfoto's te maken. Nadat het huwelijk was ingezegend in de kerk, ging men meestal met de dominee op de foto, op het karakteristieke bruggetje.
De brug tussen IJhorst en de Wijk en het vonder bij Dickninge heb ik in het voorgaande reeds genoegzaam besproken; rest ons nog de Beugelenbrug tussen Halfweg en Dickninge.
We kunnen ervan uitgaan dat dit een van oudste verbindingen is, omdat zij is gelegen in de oude postroute tussen Hasselt en Groningen. Deze route staat al aangegeven op de kaart van Drenthe uit 1634.
Aan deze weg staat nog steeds het oude tolgaardershuis, thans bewoond door mevrouw Roëll.
Deze tol was de laatste die in Nederland gefunctioneerd heeft. Ik kan mij nog herinneren dat in mijn kinderjaren hier tol werd geheven. De inning was in handen van Neerlands laatste tolgaarder, Jan Stapel.
De laatste brug in de voormalige gemeente de Wijk lag achter boerderij Beugelen aan de Lankhorsterweg. Hij verbond de landerijen van deze boerderij en is thans verdwenen.
Waren bruggen in de eerste plaats belangrijk als verbinding, ook als oriëntatiepunt waren ze van belang, zo in de trant van: "We spreken af bij de brug van de Wijk naar IJhorst" of "het landschap ter hoogte van de Beugelenbrug".
In vroeger dagen werd de Reest bevaren. Dat moet niet eenvoudig zijn geweest met alle obstakels in de vorm van bruggen, stuwen, aalstallen, ondiepten, bochten en, zeker als men stroomopwaarts moest, de sterke stroming met de vele draaikolken.

Duidelijk is dat vonders en bruggen in de Reest het dagelijkse leven aan weerszijden van deze rivier mede hebben vormgegeven.
Over het dagelijkse leven op de boerenerven wil ik u graag een volgende keer iets vertellen.

Met dank aan mijn broer Roelof, die vele foto's heeft gemaakt in het Reestdal en waarvan ik er enkele heb gebruikt.