't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

Van trouwpak tot hooikostuum

door Aaltienus Buiter

Onder deze titel treden Annie en Geert Smink uit Koekange al 8 jaar op met hun historisch kledingshow. Om er achter te komen wat iemand beweegt om met historische kleding te gaan showen, ben ik bij hen op bezoek gegaan. Ik geef hun verhaal graag aan de lezers van 't Olde Karspel door.


De Morgenstond
Geert is jarenlang verbonden geweest aan de toneelvereniging de Morgenstond. Eerst als speler, later als voorzitter en ook als regisseur. Dat was hij later ook van de toneelvereniging Bilderdijk uit Berghuizen.
Voor een toneeluitvoering heb je vaak oude kleding nodig. De toenmalige regisseur van de Morgenstond, Gerard Brinkman, had al het een en ander verzameld. Heel vaak gebeurde het dat, wanneer een ouder persoon overleed, zijn kleding geschonken werd aan de Morgenstond. Toen Geert regisseur werd, kwam de kledingcollectie bij hem en Annie terecht; zij hadden er in hun verbouwde boerderij wel ruimte voor. Toen in de regio bekend werd dat ze oude kleding verzamelden, kwam de kleding van alle kanten binnen. Ze weten niet eens altijd van wie ze wat kregen. Het gebeurde soms dat, wanneer ze weg waren geweest, er een tas met kleding aan de deur hing. Of er stond een veekoekendoos met kleding op de stoep. Lang niet alles was nog bruikbaar. Annie selecteerde, waste en herstelde wat nog goed was en wat ze gebruiken konden. Inmiddels hangen er hele rekken met kleding in een slaapkamer, die daarvoor geheel is ingericht. Het echtpaar verzamelt niet alleen kleding, maar ook de bijbehorende accessoires Op planken liggen allerlei hoeden, mutsen, petten, schoenen, stropdassen, tasjes, schorten, ondergoed, enz.
De beide toneelverenigingen kunnen voor hun uitvoeringen nog steeds gratis uit deze voorraad putten. Voor feestjes e.d. verhuren ze ook wel kleding.

Eerste optreden
Hun eerste optreden vond plaats in het Tonckenshuis in Zuidwolde. Annie was daar werkzaam en de medewerksters zouden voor de bewoners een kledingshow van eigen bruidskleding opvoeren. Toen daar bekend werd dat Geert en Annie veel oude kleding in hun bezit hadden, werd hun gevraagd om tijdens deze show als historisch bruidspaar op te treden. Dat werd een groot succes. Hierdoor kregen ze de smaak van het showen te pakken en zijn ze daarin verder gegaan. Zo langzamerhand hebben ze al een heel rayon opgebouwd. Dat omvat natuurlijk de eigen regio, maar ook in het Roosevelthuis in Doorn zijn ze al verschillende keren opgetreden voor gehandicapten, net als In Makkum voor Zuid Oost Zorg Friesland.
Ook voor GGZ Drenthe (Geestelijke Gezondheids Zorg Drenthe) hebben ze diverse optredens verzorgd. Op de boot Prins Willem Alexander, de tegenhanger van de Henry Dunant, hebben ze zich ook al gepresenteerd. "Vooral bij dementerende ouderen zie je dan de ogen oplichten", vertelt Geert. "Dan merk je dat ze de kleding en het verhaal erbij herkennen. Dat is erg dankbaar werk".

De kledingshow
In het begin traden ze met z'n beiden op. Nu altijd met z'n vieren. Vaste medewerkers zijn Geert Scheper en Albert Tijmens. De groepen waarvoor ze optreden leveren meestal 4 mannequins. Annie treedt doorgaans zelf niet meer op, want ze heeft het druk met het aankleden van de figuranten. "We beginnen de show meestal in de jaren zeventig", zegt Geert, "en dat bouwen we uit naar het verleden". Zo zie je opoe Tjobbe met zwart en wit ondermutsje voorbij komen met haar karbies aan de hand, op weg naar de winkel. Vrouwen in blauwe pakjes en witte bloes, tasje aan de hand en hoedje op. Mensen in rouw- of trouwkleding. Je kan zien hoe de boeren erbij liepen als ze in het hooiland of op de bouwakker waren, in de lange onderbroek, het dikke hemd en zwarte kniekousen en met de strohoed op het hoofd.
Geert Scheper als de oude veldwachter waar het gezag vanaf straalt. Of als postbode van vroeger met zijn zware tas, die lopend een briefkaart kan lezen en je dan meteen vertelt dat je 's zondags visite krijgt.
Albert Tijmens als melkboer of venter met zijn kaki kiel en geldtasje voor de buik. Het tasje gaat weg, er komt een stok in de hand en je hebt de "bollekoper" (kalverenkoopman) van vroeger. Ook het kleinste knechtje en dienstmeisje van de boer komen langs. "Na de pauze laten we meestal de mooie spullen zien", vertelt Geert. "Dan komt de freule langs in haar zijden jurk en mooie hoeden. Een echte blikvanger is een ruim honderd jaar oude pèlerine. Een cape met motiefjes van zwarte kralen. De boerin met haar strikmuts, de gouden broche en zilveren beugel. Ja, als je het breed hebt dan kun je het breed laten hangen. Heb je het wat minder, dan heb je wel een strikmuts met gewone handtas maar geen goud of zilver".

Uit de kleren
Geert presenteert zelf de show en praat het geheel op een humoristische wijze aan elkaar. Hij doet dit in het begin in een trouwpak uit 1940. Hij eindigt in een trouwpak uit 1910 met klapbroek. "Vanuit de zaal krijg je daarbij vaak opmerkingen, als 'broek met een presenteerblad' of 'snoeptafeltje'", zegt Geert met een lach.
Als hij aan het eind ook dit trouwpak uittrekt, dan staat hij in de lange onderbroek waarin de boer vroeger naar het hooiland ging. Zo staat hij in één keer van het trouwpak in het hooikostuum.

Dankbaar werk
Annie en Geert benadrukken dat het opvoeren van zo'n show dankbaar werk is. Meestal doen ze dit voor ouderen, die daarin veel herkenning van vroeger vinden. Onder meer in de Schiphorst treden ze ieder jaar op, maar ook veel voor plattelandsvrouwenverenigingen en soms voor scholen in het kader van de Drenthe Week. En tijdens de Rijwielvierdaagse o.a. in de Wijk en Pesse.
In de maanden september tot mei treden ze gemiddeld één keer per week op. De kleinste groep was 12 personen, de grootste ruim 150. Op deze manier brengen Annie en Geert de historie van de oude klederdracht weer tot leven. Geert vertelt daarbij altijd en overal in dialect. Hij zegt: "Ik bin een Drent en ik blief een Drent". Dit heeft hem wel eens de opmerking opgeleverd vanuit het publiek, dat ze niet alles hadden verstaan, maar wel alles hadden begrepen. En daar gaat het tenslotte om.

Dank aan Annie en Geert voor hun medewerking aan de totstandkoming van dit artikel.

*****