't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

Met de snikke naar Meppel


Marktdag in Meppel. Een donderdag in mei 1855. 's Morgens om half negen. Door de dorpsstraat van De Wijk in Zuid-Drente stapt een paard. Op dat paard een man, gekleed als schipper. Met zijn pet op het hoofd blaast hij op een hoorn. Korte en lange tonen door elkaar, zonder melodie. De mensen komen uit hun huizen. De school is net begonnen. Het getoeter dringt door in het lokaal. De kinderen veren op. "Da's Jan Bisschop," zeggen ze. "Die giet vandage veur 't eerst mit de snikke hen Moppelt." Meester Lubbers heeft moeite, hen weer stil te krijgen. Dan mogen ze even naar buiten kijken. Ze zien een lange stoet mensen, vrolijk pratend. Voorop rijdt stapvoets Jan Bisschop op het snikkepaard.
De optocht gaat naar de Dickningerwijk. Versierd met vlaggetjes en slingers ligt daar de snikke, die vandaag voor het eerst de beurtdienst naar Meppel zal varen. De eerste passagiers stappen over de loopplank aan boord. Een glaasje met een hartige dronk gaat rond. Bij een zo gewichtige gebeurtenis als deze eerste snikkevaart naar Meppel hoort volgens 'old gebruuk' een borrel...
De loopplank wordt ingehaald. Jan Bisschop blaast weer op zijn hoorn en trekt de leidsels aan. Het paard zet zich schrap in het tuig en beweegt nerveus zijn oren heen en weer wegens het ongewone lawaai. "Vut peerd!" Langzaam glijdt de jaagschuit weg van de aanlegplaats. Ritmisch verplaatsen zich de benen van het paard met daarachter de schipper, die strak de teugels in handen houdt. De passagiers blijven juichen en wuiven naar de mensen op de wal. Enkele achterblijvers lopen een eind mee met de boot langs het jaagpad. Het is een bijzondere dag vandaag...
AI maanden tevoren was erover gesproken. Eerst op de boervergaderingen in de buurtschappen. Het zou zo gemakkelijk zijn, als er iedere donderdag een veerboot naar Meppel zou varen. De vaten met boter en honing, de zakken met rogge en boekweit, de zelf gesponnen wol en het eigen geweven linnen zou men dan niet meer zelf met paard en wagen langs de soms moeilijk begaanbare zandweg naar de markt hoeven te brengen. In de gezinnen werd erover gepraat. Op 17 januari 1855 kwam het in de gemeenteraad. Burgemeester Jan Luchies Nijsingh, zelf boer, hoefde de raad er niet lang over te laten beraden. Het jaagschuitenveer moest er komen. Reglement en tarief waren snel vastgesteld. Een stap op de weg naar vooruitgang. Een belangrijke stap.
Hoe belangrijk die stap was, hebben ze nooit geweten. Burgemeester Nijsingh, zoon uit een oud Drents boerengeslacht, niet; Jan Bisschop niet en de mensen in De Wijk en in Meppel nog minder. Langer dan zestig jaar heeft de snikke gevaren. ledere donderdag op en neer. 's Morgens om half negen weg. 's Middags om vier uur weer terug. Met het blazen op de snikkehoorn op die vroege donderdagmorgen in 1855 gaf Jan Bisschop het beginsignaal van een nieuwe tijd.

Bron: Mit de kiekkaste deur Drenthe door L Huizing