't Olde Karspel - periodiek van de Historische Vereniging De Wijk - Koekange

Van bodedienst tot internationaal transportbedrijf

door Aaltienus Buiter

Roelof Brinkman (1889-1946) heeft in zijn stoutste dromen niet kunnen denken dat de bodedienst die hij in 1928 heeft opgezet, via zijn zoon, kleinzoon en achterkleinzoon zou uitgroeien tot een internationaal transportbedrijf, Brinkman Trans Holland. Roelof Brinkman begon de bodedienst met paard en wagen maar al spoedig beschikte hij over een Ford vrachtwagentje. Achterkleinzoon Michaël Brinkman had bij de opening van zijn nieuwe bedrijf in Emmen, 80 jaar later, in 2008, al een wagenpark van 59 trucks, 102 trailers en 250 medewerkers in vaste dienst.

Roelof Brinkman (1889-1946) was gehuwd met Hilligje Kuik (1888-1960). Het echtpaar woonde in het begin van hun huwelijk op het adres wat nu Dorpsstraat 17 (garage Slagter) is. Later woonde het in het tolhuisje op de kruising Eggeweg-Oshaarseweg. Het kreeg 5 kinderen, t.w. Jentje geb. 1915, Hendrik geb. 1916, Jan geb. 1917, Trijn geb. 1919 en Willem geb. 1924.
Roelof was rietdekker en huisslachter. Dat is een combinatie van beroepen die vroeger vaak voorkwam. Bij de winterdag was het de tijd voor de slacht. In die tijd van het jaar kon er geen riet gedekt worden op de boerderijen.
In 1928 besloot hij iets anders te gaan doen en begon hij met een bodedienst op Meppel. Zoals vermeld eerst met paard en wagen, maar al spoedig met een Ford vrachtwagentje.
In die tijd waren er in Koekange nog meer dan 20 winkeltjes en bedrijfjes die bevoorraad moesten worden. Dus een gat in de markt. Er was van alles te vervoeren, zowel grote als kleine zaken. Dat ging van meel voor de broodbakkers tot witte boorden van een particuliere klant die naar de wasserij in Meppel moesten en later natuurlijk ook weer moesten worden opgehaald. Het jachtwild, als hazen, konijnen en patrijzen die de jagers hadden geschoten en dat naar de poelier in Meppel moest, vervoerde hij ook.


Bedrijf overgenomen
In 1936 nam zoon Hendrik op 19-jarige leeftijd de bodedienst, inclusief het vrachtwagentje, van zijn vader over. Die pakte toen zijn beroep van huisslachter en rietdekker weer op. Hendrik had toen nog geen rijbewijs, dus dat moest nog even worden gehaald. Nu, dat ging gemakkelijk in die tijd. Hij moest voor het examen naar de Stationsstraat in Meppel komen. "Hoe ben je hier gekomen?" was de vraag die de examinator hem stelde. "Met de vrachtwagen" was het antwoord dat Hendrik hem gaf. "Nou", zei de examinator, "dan kun je dus ook wel rijden, ga maar weer naar huis, het is goed zo".

Verkering en getrouwd
Hendrik kreeg verkering met Grietje Holties, de oudste dochter van Klaas Holties (1896-1948) en Jitske Boxma (1900-1967). Het echtpaar Holties woonde aanvankelijk in bij de ouders van Jitske in de wachtpost die toen stond bij de spoorwegovergang in de Mr. Hm. Smeengeweg. In deze wachtpost is Grietje in 1919 geboren. Ze vertelt dat ze bijna onder de trein geboren is. De wachtposten stonden namelijk dicht op de spoorlijn. Haar vader en haar opa werkten allebei bij de spoorwegen.
Aan de andere kant van de overweg bij het Veentje werd een nieuwe woning gebouwd voor het jonge gezin Holties. Dit huis is in de oorlog weggebombardeerd tijdens de luchtaanvallen op de spoorlijn. Gelukkig was er tijdens het bombardement niemand thuis, omdat het gezin Holties was ondergedoken vanwege de spoorwegstaking. Grietje was toen al getrouwd met Hendrik Brinkman. Ze hebben elkaar leren kennen doordat Hendrik altijd het jachtwild bij hen thuis kwam ophalen.
Haar vader, Klaas Holties, was ook jager. Hendrik en Grietje zijn getrouwd in 1939 en zijn toen gaan wonen aan de Stationsweg. Hier is hun oudste zoon Roelie in 1940 geboren. Ze hebben hier niet zolang gewoond. Al gauw verhuisden ze naar de Dorpsstraat tegenover de zuivelfabriek (nu Dorpsstraat 14). Vanaf daar heeft Grietje het bombardement op haar ouderlijk huis gezien. De bommen, die ook in het Veentje vielen, zorgden voor grote waterfonteinen. Zoon Klaas is in 1947 aan de Dorpsstraat geboren. Na 7 jaar verhuisden ze naar de Mr. Hm Smeengeweg 25, waar ze 18 jaar hebben gewoond. Vandaar trokken ze naar de Sportlaan nr. 4, waar Hendrik al op 58-jarige leeftijd in 1975 is overleden.

Transportbedrijf
Het transport voor winkeliers en particulieren dat Hendrik verzorgde vanuit Meppel naar Koekange gebeurde veelal vanaf het Vledder. Daar werden de goederen die vervoerd moesten worden naar toe gebracht door bedrijven als Houwink (koffie en thee e.d.), Appelo, Hagedoorn (o.a. meel voor de bakkers), Hofstra (rookartikelen) en Van der Hooning (textiel e.d.). Grietje verzorgde de administratie, zoals bonnen sorteren en rekeningen uitschrijven. Maar ook het "ophoren" van de bestellingen bij de plaatselijke winkeliers behoorde tot haar taken. Grietje is ook nog 7 jaar leidster geweest van Gezinszorg in de Wijk, IJhorst en Koekange. Ze deed dit samen met Janny Timmer-Fluit, die toen de administratie hiervoor verzorgde. Toen Hendrik was overleden, is ze hiermee gestopt en heeft Janny Timmer dit werk overgenomen.
Het transport voor de plaatselijke winkels was niet het enige dat Hendrik verzorgde. Het vervoer van varkens voor verschillende varkenshandelaren naar en van de varkensmarkt in Meppel op donderdag, gebeurde met dezelfde vrachtwagen. En als er verder wat te vervoeren was, werd dat natuurlijk ook meegenomen. De vrachtwagen moest tussentijds wel iedere keer worden schoongemaakt.

Kalverenkoopman
Op dinsdag werd vaak de kalverenmarkt in Doetinchem bezocht, waar nuchtere stierkalveren werden verhandeld. Hendrik was namelijk ook koopman van nuchtere stierkalveren. Die waren er meer op het dorp. Dus moest hij 's morgens al vroeg op pad om te kijken welke boer een kalf te koop had. Het gebruik was vroeger bij de boeren, dat wanneer ze een kalf te koop hadden, er een bosje stro (een "strozeele") aan een paal of boom werd gebonden bij de ingang naar het erf. De kooplui konden dan zien dat daar een kalf te koop was. Wie het eerst kwam, had de eerste kans om het kalf te kopen. "Als hij 's morgens fluitend thuiskwam van zijn ronde, dan had hij een goede morgen gehad", vertelt Grietje.

Oorlogsjaren
Zoon Roelie is geboren vlak voordat op 10 mei 1940 de oorlog uitbrak. Toen Hendrik op de eerste oorlogsdag met de vrachtauto naar de Wijk reed om aangifte van geboorte te doen, werd zijn auto al door de Duitsers in beslag genomen om te dienen als wegversperring. De wielen werden er door de Duitsers onder vandaan gehaald. Hendrik zag later op de dag kans om de wielen terug te vinden en weer onder de auto te zetten en zo de vrachtwagen weer mee te nemen. Later in de oorlog moest hij de auto laten staan wegens benzineschaarste. In die tijd deed hij de bodedienst met paard en wagen. Het was ook in deze periode en vlak na de oorlog dat hij heeft samengewerkt met Jans Vriend van de Eggeweg, "Dikke Jans" in de volksmond. Enkele jaren na de oorlog is deze samenwerking weer ontbonden.

Kaastransport
Eind jaren vijftig en in de jaren zestig van de vorige eeuw liep het aantal dorpswinkels hard terug. De grotere winkels en bedrijven werden bevoorraad door eigen transportdiensten. Dus de bodedienst werd minder.
Wat er voor in de plaats kwam, was het transport van kaas van de plaatselijke zuivelfabrieken naar het pakhuis van de Nationale Coöperatieve Zuivelverkoopcentrale (NCZ) in Meppel. Dit kaasvervoer vond plaats voor de zuivelfabrieken van Koekange, Haalweide, De Kniepe (Friesland) en Staphorst. Ook toen werden er soms op dezelfde dag met dezelfde auto varkens, vee en kaas vervoerd. De wagen was uiteraard tussentijds wel schoongespoten, maar in de hedendaagse tijd zou dat niet meer mogelijk zijn.
In de topperiode van kaastransport had Hendrik twee vrachtwagens op de weg.

Weer bedrijfsovername
De zoons Roelie en Klaas hebben allebei meegewerkt in het bedrijf en het samen overgenomen, na het overlijden van hun vader, maar Roelie voelde er niet echt voor om ondernemer te zijn. Hij is er dus weer uitgestapt. Klaas heeft het bedrijf in 1979 overgenomen en uitgebreid. Aan de Dwarsdijk hadden ze een grote parkeerplaats voor de vrachtwagens. Later, toen Klaas met zijn vrouw Annie de Roo en kinderen op de hoek Dorpsstraat-Langedijk woonde, werd in 1990 het terrein van de voormalige zuivelfabriek gekocht. Daar werd een complex van garage, kantoor en werkplaats gebouwd. Bij de opening van dit pand had Klaas 7 vrachtwagens op de weg, getooid met "Brinkman Expeditie en Transport b.v."
De woning bij dit complex aan de Dorpsstraatzijde werd in 1998 gebouwd en betrokken door zoon Michaël (geb. 1971) en zijn vrouw Esther van der Haar.


De vierde generatie
In 1991 werd besloten om met het transport te stoppen. Klaas wilde zich samen met zijn vrouw Annie meer toeleggen op zijn andere bedrijfsactiviteiten, t.w. recreatie, toerisme, onroerend goed en kinderkleding.
Zoon Michaël voelde echter wel voor de transportsector en nadat hij een baan als chauffeur bij een transportbedrijf had gehad, besloot hij in 1992 om een Vereniging Eigen Vervoerders op te richten, die de belangen zou behartigen van kleine zelfstandige chauffeurs. Dit werd de aanzet tot een eigen bedrijf, dat per 1 januari 2003 verhuisde naar het bedrijventerrein in Rogat en dat in 2008 naar Emmen werd verplaatst.
Michaël is nu directeur van een niet alleen Europees, maar wereldwijd opererend logistiek centrum dat specialist is in luchtvracht, met contacten o.a. in Brazilië en China. Het bedrijf, dat nu Brinkman Trans-Holland heet, heeft een eigen vestiging bij o.m. Schiphol.

Nog een logistiek bedrijf Brinkman
Ook bij een andere kleinzoon van Roelof Brinkman was het chauffeursbloed gaan stromen. Het gaat om Jan, zoon van Willem Brinkman (1924-2009) en Jantje de Boer (1918-1985). Hij is gehuwd met Jantje van de Berg; ze wonen aan de Dorpsstraat 24 in Koekange. Ook hij begon in 1978 met een nationaal opererend transportbedrijf. Ook dat bedrijf groeide en werd via de Wiltenweg in de Wijk in 1992 verplaatst naar het bedrijventerrein in Rogat. Hier zaten de beide bedrijven Brinkman vanaf 2003 tegenover elkaar, in goede harmonie. Het bedrijf van Jan omvat inmiddels 25 trucks en biedt werk aan 42 mensen. Dit werkt onder de naam Brinkman Logistiek B.V.

Tweede vestiging
In 2006 heeft Jan Brinkman ook in Amersfoort een vestiging geopend, van waaruit geheel Europa wordt bewerkt. Dit bedrijf met 22 trucks biedt werk aan 30 medewerkers.
Zo zijn er dus intussen 2 internationaal opererende bedrijven Brinkman. Ze zijn te onderscheiden door verschillende kleuren op de vrachtwagens. Die van Brinkman Trans-Holland (nu dus in Emmen) zijn wit, rood en blauw en die van Brinkman Logistiek B.V. (Rogat) donkerbruin en lichtbruin met wit.

Met dank aan Grietje Brinkman-Holties, Esther van der Haar en Jan Brinkman.

*****